De verzorging begint met het planten. Maak een groot plantgat, twee spaden diep en zo’n 40 cm in doorsnee. Meng voldoende organisch materiaal (compost of beter nog goed verteerde stalmest) door de grond en plant de Helleborus op dezelfde diepte als in de pot. Als de plant gescheurd is niet dieper poten dan de oorspronkelijke diepte! Als de plant te diep wordt gepoot zal hij slecht of niet bloeien. Geef na het planten flink water.
In het voorjaar kan het nodig zijn op de bloemstelen te beschermen tegen een combinatie van strenge vorst, wind en zon. Vooral de combinatie van deze drie factoren kan de bloemen blijvend beschadigen. Een simpele manier van bescherming is een emmer over de plant te zetten.
Bij vorst kunnen de bloemstelen van vooral Helleborus x hybridus gaan liggen. Dat ziet er droevig uit, maar zodra de temperatuur stijgt, richt de steel zich weer op.
In de zomer kun je wat kalk of NPK geven. In de droge, warme periodes kan het nodig zijn om te sproeien. Uitdroging van de planten levert het volgende jaar slechte groei en ook slechte bloei op.
Om te voorkomen dat de planten zichzelf door zaad gaan vermeerderen en er een bonte verzameling van minder fraaie planten gaat ontstaan, kun je eind mei de bloemstelen zo diep mogelijk afknippen. Gooi de afgeknipte bloemstelen niet op de composthoop, maar in de groenbak. Op deze manier voorkom je dat schimmels via de compost de planten gaan aantasten.
Eind oktober knip ik altijd alle bladeren af (Alleen van de stengelloze soorten. Zie het hoofdstuk “De soorten”). Ook hier geldt: de afgeknipte bladeren niet op de composthoop, maar in de groenbak. Het voordeel van het afknippen van de bladeren is dat de bladeren niet, als het waait, de bloemen van naburige planten kunnen beschadigen. Het is ook mijn ervaring dat muizen, zonder de beschutting van de bladeren, minder snel de bloemknoppen aanvreten.